E4. Kleine grondgebonden zonnepanelenopstellingen
Zonnepanelen voor eigen gebruik worden bij voorkeur op gebouwen geplaatst. Soms is dit niet mogelijk en moeten de zonnepanelen op de grond worden geplaatst.
Waarden en ambities
Zonnepaneelopstellingen hebben een technisch karakter en vallen door de glans en materiaalgebruik vaak erg op. De plaatsing van een zonnepaneelopstelling mag het karakter van de directe omgeving niet aantasten. Het is daarom van belang dat u zonnepanelen zorgvuldig inpast in de omgeving.
Regels
Maatvoering en plaatsing
- De zonnepaneelopstelling ligt op het erf, of direct aansluitend op het erf.
- De zonnepaneelopstelling ligt achter de voorgevellijn van het hoofdgebouw.
- De zonnepaneelopstelling ligt bij voorkeur achter het hoofdgebouw.
- De panelen zijn opgesteld in een logische heldere vorm, in een aaneengesloten vlak of herkenbaar patroon.
- De hoogte van het de zonnepaneelopstelling is maximaal 1,00 meter.
- De oppervlakte van de zonnepaneelopstelling is maximaal 100 m2.
Vormgeving
- Voor zonnepaneelopstelling die zichtbaar zijn vanuit de openbare ruimte en/of het (open) landschap gelden de volgende eisen aan vormgeving:
- De zonnepaneelopstelling inpassen met een haag of andere beplanting. De hoogte van de haag of beplanting is gelijk aan of groter dan de hoogte van de zonnepanelen.
- Egale panelen zonder frame, zonder (sterk zichtbare) streep of ruitpatroon.
- Donkere, monokristal panelen met donkere randen.
- Voor zonnepaneelopstellingen die niet zichtbaar zijn vanuit de openbare ruimte en/of het (open) landschap zijn geen verdere eisen aan vormgeving.
- Voor zonnepaneelopstellingen op een bedrijventerrein kwaliteitsniveau 1 (zie kaart gebiedsindeling bijzondere plannen) zijn geen verdere eisen aan vormgeving.
Verbeelding regels
Onderstaande beelden laten zien hoe de regels uitgelegd moeten worden.